stichting Oud-Katholieke Vrouwen in Beweging

Februari | Verslag Novadag Utrecht 16 februari 2012

Pastoor Leen Wijker: Ik liep naar Santiago de Compostela.

Op 16 februari 2012 vertelde pastoor Leen Wijker over zijn pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. Pastoor Wijker liep de tocht met een lengte van 2800 kilometer van tweede Paasdag  (8 april) tot 5 augustus 2010. De route begon in Hilversum en ging via Amsterdam naar het zuiden. 


Hoe is het begonnen?

Om te beginnen moet je van wandelen houden. Pelgrimeren is overigens iets van alle religies. Ook binnen het Jodendom en de Islam wordt gepelgrimeerd. Bekende plaatsen die pelgrims trekken zijn, u raadt het al: Jeruzalem en Rome, maar ook Lourdes en voor moslims Mekka.

Wat is pelgrimeren?

Het is in elk geval AFZIEN. Je wordt een zwerver. Je stapt uit je sociale context. Je laat elke vorm van comfort achter. Je moet onthechten. Je bent alleen en je moet het ook doen met jezelf.

Het enige comfort dat aangeraden wordt is het bij je dragen van een mobiele telefoon, zodat je achterblijvers kunt laten weten waar je bent. Je maakt duidelijke afspraken met enkele mensen die je na staan over hoe vaak en waarover mobiel contact.

Van tevoren spreek je af dat je niet terugkomt voor bijvoorbeeld het overlijden van tante Annie, of juist wel voor tante Annie. Pastoor Wijker onderhield contact met zijn broer en zus. Voor hen zou hij, zo nodig, de reis onderbreken, voor anderen niet. Dat was geen gemakkelijke beslissing (voor een priester met parochianen!), wel een noodzakelijke.

Pelgrimeren betekent ook: een doel hebben. In de Middel Eeuwen ging men om redenen van devotie of boetedoening op bedevaart. Doel is het “onderweg zijn.”

Santiago de Compostela is niet te vergelijken met Lourdes. Lourdes is wel het doel. Wie zich naar Santiago begeeft zal merken dat het onderweg gebeurt. Onderweg kom je God tegen, krijg je antwoord op de vraag: ‘Wie is God voor mij?”

Een pelgrim wordt geconfronteerd met het mysterie van het leven. Vanaf midden Frankrijk tref je medepelgrims uit – letterlijk - alle windstreken der aarde, met hun verhalen, hun reden om te gaan, hun zoekend vragen naar God. Het gaat om de ontmoeting met de Ander en de anderen. In de medemens komt ook God naar voren.

Ook vandaag ondervinden velen dat deze reis antwoord kan geven op zingevingvragen.  Het gebeurt dat mensen die om gezondheidsredenen de reis niet kunnen maken een beroepsbedevaarder inhuren om de reis in zijn/haar plaats te maken.

Er zijn zelfs mensen die de tocht ondernemen om cultuur-historische redenen (je komt prachtige kathedralen tegen), of omdat ze het zien als een sportieve prestatie.

Hoe het sportieve element te rijmen valt met het enorme afzien, is mij niet duidelijk. (FdW)


Voorbereiding

Voor Leen Wijker geldt: bij de voorbereiding word je geroepen. God roept, niet de cultuur onderweg, hoe prachtig en overweldigend ook. Je gaat echter wel op weg naar het onbekende. Van tevoren lange afstanden lopen en vooral je loopschoenen goed inlopen, spreekt vanzelf.

In tegenstelling tot een geboekte vakantiereis waarbij je van tevoren weet waar je zult slapen, kent een pelgrimage onzekere factoren. Waar zul je slapen? Vind je een slaapplaats? (Geen plaats in de herberg???)  Hoe reageert je lichaam op dagelijks 20-25 of meer kilometer lopen? Hoe reageer je als je de weg kwijt bent? Hoe voorkom je dat je toch maar niet gaat omdat je niet weet wat er op je afkomt?

Wie zich voorneemt deze tocht te gaan lopen, meldt zich aan bij het Genootschap van Sint Jakob. Het genootschap helpt je een route uit te stippelen en je krijgt advies over wat mee te nemen, of beter, wat thuis te laten. Norm is dat je niet meer mee draagt dan 15% van je lichaamsgewicht.

Wat neem je mee? In elk geval:

-          twee Jacobschelpen (één op je rugzak, één op je borst aan een koord;

-          speciaal ondergoed

-          touw, schaartje, pleisters, voetzalf

-          gebedssnoer, bijbeltje

-          Pelgrimspaspoort met stempelkaart

-          Een noodrantsoen (noten, gedroogd fruit, chocola, mueslirepen)

-          Routekaarten

-          Bordje, bestek

-          Warm vest

-          Twee lichtgewicht broeken/pantalons met lange, dan wel afritsbare pijpen (voorkom de ziekte van Lime!)

-          Goede regenkleding

-          € 300 altijd bij je hebben

-          lichtgewicht tentje, slaapmatje en een kussensloop!!

 

Het paspoort wordt verstrekt door de Vereniging en krijgt twee stempels, je krijgt er ook één van de parochie waar je een pelgrimszegen vraagt. Uiteindelijk eindigt de pelgrim die de tocht volbrengt met 60 stempels.

Je krijgt ook te horen dat het van belang is voldoende Frans en Spaans te spreken. Gedurende zeker twee maanden loop je in Frankrijk, waar men in de regel geen andere talen leert.

Onderweg

Er zijn wegmarkeringen (gele schelpen en blokjes wit/rood), soms ook teksten. Hier en daar ook een kruis, een gedenksteen voor hen die de eindstreep niet haalden. Op één plaats in de Pyreneeën staat zelfs een fiets als gedenkteken voor een pelgrimerende fietser die naar beneden viel.

Er zijn meerdere soorten wandelwegen, soms asfalt (daarvan slijten je zolen het hardst), soms keien, stenen, zandwegen. Je maakt ook alle weertypen mee: mist, regen (soms dagen achtereen), hitte, verzengende hitte of sneeuw op de Pyreneeën.

Soms loop je vele kilometers tussen de koeien. Het is ook oppassen geblazen: verstuik je je enkel dan kun je niet verder… Het is verstandig een goede stok mee te nemen.

Overnachten kan in Nederland, België en Frankrijk lastig zijn. In Spanje zijn veel herbergen. Maar is er ook plaats voor jou? Hoe ga je ermee om als er geen plek is en je ook nergens kunt eten? Zou je dan het bijltje er niet bij neer willen gooien? Toen pastoor Wijker per ongeluk vergat zijn mobiel uit een borstzak te verwijderen en deze meegewassen werd, was het ook even niet zo heel fijn. Gelukkig bleek de SIM-card nog te werken.

Mogelijkheden om te overnachten: (op internet op te zoeken)

-          Pelgrims voor pelgrims

-          Vrienden op de fiets

-          Kloosters (Boxtel – Tongeren/Steyl)

-          Chambres d’hôtes


In Frankrijk kun je soms bij de burgemeester aanbellen als je echt niets kunt krijgen. Die is dan verplicht iets te regelen.

Soms kom je een slaapzaal met 120 bedden tegen, een hutje zonder deur midden in een wijngaard op 10 minuten lopen van het toilet. Eén maal mocht Leen een kamer delen met een jonge Zwitserse. Over ongedierte moet je niet moeilijk doen, het was tenslotte afzien.

Route

Hilversum – Amsterdam – Den Bosch – Boxtel

Reims  (nog maar 2000 kilometer!)– Bergerac – Vézélay (schitterende kathedraal én ingesteld op pelgrims!- Nevers (centrum van Bernadette van Soubiroux, haar lichaam is niet vergaan   -  Camino Francés –

Saint Jean Pied de port ligt aan de voet van de Pyreneeën en hier is het druk met pelgrims. De Pyreneeën zijn niet gemakkelijk om overheen te komen. Boven waait het enorm en je moet onderweg rust nemen.

 

De Camino Francés is internationaal, je ontmoet er de hele wereld. Het is de bekendste route. Als je alleen loopt, ontmoet je ook anderen. Als je met z’n tweeën loopt ben je op elkaar gericht. Mensen vertellen verhalen.

 

Burgos heeft een mooie kathedraal – Léon – Cruz de Ferra is een ijzeren kruis, waar je ‘iets van thuis’ neerlegt en achterlaat, bijvoorbeeld een steen van je tuinpad – Cebreiro, hier gaat het pad omhoog. Héél vermoeiend, je kijkt neer op het wolkendek – Meseto = hoog, warm, droog en dor. Er wordt graan verbouwd.

Er is een weg, 15 kilometer lang waar je alleen graan ziet. Je komt niets tegen, ook geen tentje waar je iets kunt drinken.


Santiago: de kathedraal kent een speciale ingang voor pelgrims. Maar: eerst douchen en dan pas naar de kathedraal en de mis meemaken en Jakobus begroeten. De kathedraal heeft een wierookvat van 80 kilo, deze hangt 20 meter hoog en heeft een reikwijdte van 65 meter. Als deze los schiet is het leed niet te overzien.

Je krijgt aan het einde van de reis een oorkonde, waarvoor je soms uren in de rij moet staan. (In 2010 waren er 240.000 pelgrims!)

En dan…… dan ben je géén pelgrim meer, maar gewoon toerist. Van Santiago gaan velen naar Finisterra en daar keert de rust terug. Finisterra is het einde van de wereld.

En dan? 

Leen had veel moeite om afscheid te nemen van De Weg. Hij viel 17 kilo af.

Eer je ‘thuis’ bent, dat duurt heel lang. Je hebt heimwee. Afkicken blijkt heel lastig.

 

Wat heeft pastoor Wijker er aan overgehouden?

Zijn geloof heeft zich verdiept en hij weet héél zeker: God is géén bedenksel. Pastoor Wijker zag zijn priesterschap bevestigd, de reis heeft hem vertrouwen gegeven en angst weggenomen. Hij heeft inspiratie opgedaan.

 

Noot

In een verslag is sfeer soms moeilijk weer te geven. Maar het was zonder meer duidelijk, dat pastoor Leen Wijker blij was dat hij, na twee jaar voorbereiding, de tocht heeft gemaakt. Sterker nog: hij wordt blij wanneer hij over de reis kan vertellen èn hij waarschuwt: pelgrimeren is verslavend!

Voor wie er niet bij kon zijn: er komen nog twee lezingen. Maar beter nog: Pastoor Leen Wijker schrijft een boek dat in augustus 2012 uitkomt. Hier staat meer in over de ontmoeting(en) met de Ander en anderen.

 

En ik: ik heb vandaag 13,5 kilometer gelopen. Misschien, in 2016 ….

 

Frances de Waal

Ede, 19 februari 2012