In memoriam Bettie Moleman-Giskes

Op 3 april jl. overleed Bettie Moleman-Giskes op 87-jarige leeftijd, te Hilversum. Bettie heeft zich destijds voor de Bond van Oud-Katholieke Vrouwen en ook daar buiten in het vrouwenwerk zeer ingezet met haar talenten. Diverse keren was ze bestuurslid van “Priscilla” in Hilversum, onder meer voorzitter. Ook was zij vele jaren actief in het Landelijk Comité Wereldgebedsdag.

In de tweede helft 70-er jaren trad zij aan in het Bondsbestuur. 1975, het “Jaar van de Vrouw”, was voorbij en alom in Nederland was er aandacht voor emancipatie en feminisme, zo ook in de Bond. Deze zaken lagen Bettie na aan het hart en zij kon dan ook duidelijk stelling nemen.

In het Bondsbestuur werd zij penningmeester en die taak heeft ze met grote inzet vervuld. Nooit heeft enige Bondspenningmeesteresse zoveel werk moeten doen als zij.  Hoe dat zo kwam?

Per 1 januari 1981 werd bij de Bond een emancipatiewerkster aangesteld in het kader van een landelijk 3-jarig proefproject van het toenmalige ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, “voor 8 klokuren per week”. De Bond, als kleinste vrouwenorganisatie, liftte mee in de stroom van een aantal grotere “clubs”, maar was de enige zonder beroepskrachten.

Zo had de aanstelling van de emancipatiewerkster tot gevolg dat een loonadministratie opgezet en gevoerd moest worden, volgens de eisen van het ministerie. Ook diende de Bond bij een bedrijfsorganisatie aangesloten te zijn, wat de voorloper van het huidige pensioenfonds Zorg en Welzijn werd. Bettie ging aan de slag en informeerde over haar berekeningen van vrije, dan wel vakantiedagen voor de emancipatiewerkster, procenten, intensieve contacten met het ministerie, dan wel de bedrijfsorganisatie enz. Over haar werkdruk, die heel wat “klokuren per week” bedroegen, hoorden wij nooit. Met haar kennis en ervaring bouwde ze mee aan bewustwording en vooruitgang voor vrouwen in de kerk. Aan het proces van vervulling van functies tot en met tenslotte de toelating tot het drievoudig ambt werd intensief deelgenomen.   

Buiten haar financiële werk had Bettie een heel eigen inbreng. Binnen het bestuur vertolkte zij vaak de tegenstem en bracht argumenten naar voren waardoor besluiten die eerder vanzelfsprekend leken, grondig opnieuw aan de orde kwamen. Snel ging het niet, maar evenals in sommige verre culturen werd gediscussieerd en geargumenteerd tot er eensgezindheid was.

Na onze Bondsperiode zagen we elkaar van tijd tot tijd bij kerkelijke gebeurtenissen en dan was er het oude contact; de laatste keer op de synode 2012. Bij die gelegenheid sprak ze overtuigd: “Wat hebben we toch een mooie tijd in de Bond beleefd” en daar was ik het van harte mee eens. Op 10 april werd de eucharistie, dankdienst voor het leven van Bettie gevierd in de parochiekerk van “Sint Vitus” te Hilversum. Moge zij rusten in vrede

Trudie de Rijk-Smit